Dit blog ben ik eigenlijk begonnen om verslag te doen van de voortgang van het boek dat ik over dit onderwerp aan het schrijven ben. Schiet dit al op? Ik moet daarin eerlijk zijn. Het schiet veel minder op dan ik zou willen. Ik blijk het te druk te hebben met andere zaken. Maar: ik heb nu goede hoop op augustus. Ik hoop dat ik dan een flinke slag kan gaan maken.
Inmiddels heb ik wel een heldere structuur ontwikkeld. Ik bouw voort op het denken van Koppenjan & Klijn over netwerkmanagement en geeft aan dat er bij transparantie informationele vragen zijn (hoe moet je transparantie vormgeven?), politieke vragen (wie wint er en wie verliest er?) en institutionele vragen (wat betekent transparantie voor de publieke sector en is dit wenselijk?). Ik hoop hier mee een helder kader te hebben ontwikkeld.
To be continued...
Albert Meijer schrijft een boek met de titel 'Government Transparency in an Information Age'. Op dit blog doet hij verslag van de voortgang en reageert hij op actualiteiten.
woensdag 8 juni 2011
Transparantie en het maken van worst: het belang van de slager
Verwijzend naar een klassieke uitspraak die wordt toegeschreven aan de Duitse kanselier Bismarch, heeft Minister Donner betoogd dat bestuursprocessen net zijn als worstjes. Je kunt maar beter niet zien hoe ze gemaakt zijn. Met dat argument verdedigt hij zijn plan om de Wet Openbaarheid Bestuur in te perken. Deze uitspraak heeft terecht veel verzet op geroepen. Ik was niet in de gelegenheid om hier direct op te reageren maar hoop vanuit een breder perspectief op transparantie toch nog iets toe te kunnen voegen aan de discussie.
Op individueel niveau heeft Donner wellicht gelijk. Natuurlijk willen we niet graag weten hoe worst wordt gemaakt (en ik als vegetariër zeker niet). Dat wil echter niet zeggen dat wij ook niet willen dat andere mensen niet kunnen zien hoe worst wordt gemaakt. Ik ben heel blij dat inspecteurs van de nVWA af en toe in slagerijen gaan kijken. Ik denk en hoop dat dergelijke inspecties de slagers scherp houden en ervoor zorgen dat hij op hygiënische wijze worst maakt.
Voor transparantie geldt precies hetzelfde. Het aantal mensen dat daadwerkelijk een WOB-verzoek heeft ingediend is heel beperkt. Vele van degenen die dit wel hebben gedaan zijn journalisten en vertegenwoordigers van maatschappelijke groeperingen. Zij mogen van mij best kijken ‘hoe de worst wordt gemaakt’. Sterker nog: ik denk dat dergelijke vormen van toezicht alleen maar bijdrage aan de kwaliteit van het bestuur.
In discussies over transparantie en open overheid wordt vaak de denkfout gemaakt dat transparantie niet belangrijk is wanneer slechts een beperkt aantal mensen hiervan gebruik maakt. Dat is onjuist. Transparantie creëert de mogelijkheid voor publieke controle. Als slechts één iemand hiervan gebruik maakt kan dit al grote effecten hebben. Publieke controle is in een democratie van groot belang. Donner had ook kunnen zeggen dat hij publieke controle op bestuursprocessen onwenselijk vindt.
Donner geeft aan dat de kwaliteit van interne beraadslagingen zou kunnen leiden onder openbaarheid. ‘Beleidsintimiteit’ is nodig om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Daarmee krijgt zijn uitspraak over worst ineens een andere betekenis. Het gaat er nu dus niet om dat mensen niet willen zien hoe worst wordt gemaakt maar dat de slager niet wil dat mensen zien hoe hij worst maakt. Dat betekent dat Donner zich met zijn uitspraak over worst duidelijk laat kennen: het verzet tegen de transsparantie ligt niet bij de mensen maar bij de slager.
Abonneren op:
Posts (Atom)